Voor een velomobielrijder in de stad is de busstrook een feest: een brede privé-rijstrook waar je de stilstaande file vlot kan voorbijzoeven. Af en toe passeert er een bus of taxi. De kruispunten zijn overzichtelijk (wel altijd opletten voor de rechtsafdraaiende wagens natuurlijk), maar de vele verkeerslichten is de prijs die je betaalt voor veiligheid.
Mijn mede-busstrook-bewoners en ik zijn hoffelijk tegen mekaar.
Ik blijf uit de dode hoek van de bussen (ik kan immers niet opzij springen of me op het trottoir gooien, zoals een gewone fietser wel zou kunnen als het moet), en probeer me er niet koste wat kost tussen te wringen om op het opstelvak voor fietsers te geraken (of toch niet altijd :-)).
De buschauffeur die vandaag mijn pad kruiste, was écht wel heel attent! Bijna aan het Meiserplein week hij even naar links uit, naar de rijbaan voor de filerijders, om me door te laten. Hij vertraagde zelfs even tot ik de bus voorbij was. Wat een schatje!
Ter informatie nog wat verkeersregels over fietsen op de busstrook:
- Je mag als fietser enkel op de busbaan als dit is aangegeven met het verkeersbord van een busstrook met een fietssymbool. (Niet alle busstroken komen in aanmerking. Ze moeten langs huizen lopen, dus niet in het midden van de weg en mogen tegelijkertijd geen trambedding vormen. In Vlaanderen moet een busstrook ofwel minder dan 3,5m of meer dan 4,5m breed zijn om eventueel fietsers toe te laten)
- Een bus mag de fietser voorbijrijden.
- De fietsers mogen niet met twee naast elkaar rijden.
Let op! Niet op alle busstroken is fietsen toegelaten |
Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen |