Zo werden het uiteindelijk 3 héél lange weken in de file naar Brussel.
Na meer dan 3 jaar velomobielen ben ik zo'n mietje geworden dat ik in de winter niet meer op een tweewieler kruip, en al zeker niet op een bukfiets. Eén keer heb ik de moed gehad om de E-bike van de dochter te lenen voor een ritje Brussel. 40 km moest de batterij toch wel aankunnen zeker. Niet dus, op het werk toegekomen had ik nog één blokje over van de 6, en geen lader meegenomen natuurlijk. Uiteindelijk is het allemaal goedgekomen, maar niet voor herhaling vatbaar.
Zaterdag 9 februari was het dan eindelijk zover. Ik mocht de WAW gaan halen!
De trapboom was gelast, en met nieuwe roulementjes in het achterwiel, nieuwe ketting en voorste tandwiel kon de WAW er weer even tegen. En Etienne had nog een extra kettingbuis vooraan toegevoegd. Bon, het zal wel properder zijn zeker.
Toen ik vertrok voelde ik toch wat extra weerstand en geluid. Of was het mijn (al zeer matige) conditie die na drie weken filerijden nu hélemaal verschrompeld was? Niet getreurd, ik fietste gauw naar Maasmechelen, waar ik kon aansluiten bij de traditionele Koudetenentocht van de Limburgse Liggers. De ravioli was al besteld, ik kon meteen de voeten onder tafel steken!
Het werd nog een heerlijke rit in een aarzelend lentezonnetje.
Even bij Rik langs, maar die was niet thuis. |
Maar weet je wat ik éigenlijk nog de zaligste momenten vind van zo'n dagje met de WAW naar Limburg? De laatste uren van de terugrit.
Als het 's avonds donker is geworden en ik op een onchristelijk uur over verlaten straten en wegen peddel in mijn bakje, overvalt me een volmaakte rust. Het landschap glijdt rustig voorbij, ik fiets me warm, zonder me overdreven in te spannen. Zolang de batterijen (motor en licht) niet onverwacht leeg geraken is het puur genieten. Heerlijk toch?
Ergens onderweg stond een WAW te schitteren aan de kant van de weg met al zijn lichtjes, terwijl zijn eigenaar aan de overkant van de baan in het donkere veld... een plasje deed. |