De ketting en tandwielen mochten wel eens vervangen worden, en verder waren er kraakjes hier en daar, en kon een algemeen nazicht geen kwaad. De moeite dus om een uitstapje naar EMVelomobiel te plannen. In februari had ik al met Etienne kennisgemaakt toen ik bij een LILI-rit aan de start bleek te staan met 5 gebroken spaken. In plaats van de rit mee te doen, ben ik toen op het gemakje tot bij EMVelomobiel gefietst, en kon ik er met 2 nieuwe wielen weer even tegen.
De planning was: ongeveer 100 km naar Elen fietsen, paar uurtjes onderhoud (en batterijen laden) en dan weer naar huis peddelen. Het is toch iets spannender geworden. Op de heenweg was mijn eerste batterij al na 40 km leeg! Mijn route was ook niet optimaal, en uiteindelijk besloot ik dan maar een laadstop te houden bij een Brusselse wafel. Daar merkte ik dat mijn ene lader overleden was. De batterijen parallel opladen kon dus niet meer. Niet getreurd, de snellader deed het nog wel, en ik kon verder tot bij EMVelomobiel.
Om 14u15 kwam ik eraan, en kon een blauw kleurtje toevoegen aan de aanwezige DF's, Questen en Strada's.
De BMWAW werd al snel uitgekleed en aan het deskundig oog van Etienne onderworpen.
Eerst het goede nieuws: de ketting en tandwielen waren nog goed en moesten niet worden vervangen.
De ketting kon wel een likje olie gebruiken (of beter een oliebad, eigenlijk). Het siert Etienne dat hij dit niet op paternalistische toon zei, zoals veel fietsenmakers die me steeds weer proberen leren om zelf mijn ketting te smeren of -godbetert- een band te vervangen, terwijl ik er niet alleen te weinig kracht voor heb en er pijnlijke vuile handen van krijg, maar er vooral ontstellend slechtgezind van word, en daarom liever af en toe naar een fietsenmaker ga die mijn verwaarloosde driewieler de nodige aandacht wil schenken in ruil voor wat "goudstukken of koeien", zoals mijn dochter het pleegt uit te drukken.
Het viel me al een tijd op dat de trapas vooraan kraakte als ik meer kracht zette op de trappers, wat ik zoveel mogelijk vermeed, maar bij een lege batterij of een steile helling toch eens kon gebeuren. Al snel keek Etienne bedenkelijk, toen hij de oorzaak ontdekte. De middelste las van de trapboom was doorgescheurd aan de linkerkant. Vandaar het kraken als ik kracht zette (vooral links dan). De enige oplossing was om de trapboom volledig te demonteren, te laten lassen en weer te monteren. Dat leek me een onoverkomelijke en kostelijke zaak, maar dat viel reuze mee volgens Etienne. Fijn dat hij het ziet zitten! Dan moet ik de WAW wel een weekje missen, dat is niet voor vandaag dus.
Gescheurde lasnaad |
Gescheurd, links en rechts |
De brokstukken werden verwijderd |
en een prothese op maat gemaakt |
Dan was het achterwiel aan de beurt. 8000 km geleden had een andere fietsenmaker me al eens gezegd dat er speling op zat en het moest worden vervangen. Dat was helemaal niet nodig volgens Etienne, enkel de roulementen hadden hun beste tijd gehad, en konden voor weinig geld worden vervangen. Ze waren ook verantwoordelijk voor het vervelende gekraak achteraan. Helaas had Etienne deze roulementjes niet in voorraad, gezien de WAW een 26" mountainbike-achterwiel heeft. Ook een bevriende fietsenmaker twee km verderop had ze niet liggen. De roulementjes kregen dan maar wat levensverlengende medicijnen toegediend (vet en liefde), in afwachting van een vervanging.
Het rechterwiel dan: één gebroken spaak werd vervangen, en het wiel weer mooi gericht:
Het linkerwiel was prima. De remmen en schokdempers werden ook nagekeken, alles werd waar nodig gesmeerd en gekuist.
Dan nog even de sporing nagekeken: het bleek dat de WAW 1 cm toespoor had, en dat was toch wat teveel van het goede. Even bijregelen en de voorwielen stonden weer mooi parallel.
Boutjes werden vastgedraaid, gewrichtjes gesmeerd, de BMWAW knorde tevreden bij de luxe-behandeling van vandaag.
En toen was het al 18u voorbij, en tijd om naar huis te fietsen. Het was nu echt al pikdonker en de buienradar zag er eentonig grijs uit. Met volle batterijen (ook die van de verlichting) kon ik er wel even tegen en begon aan de terugtocht. Eerst nog zonder dakje, omdat dit het uitzicht toch wat belemmert bij deze omstandigheden. Na een half uur natgeregend te zijn, heb ik het er toch maar opgezet. In donker regenweer geef ik de voorkeur aan verlichte (steen)wegen en besloot om mijn lot in handen van Google Maps te leggen. Toen die me na wat gekronkel door een woonwijk een donkere weg het bos in wilde sturen, heb ik ingegrepen, waardoor ik na 4 km nóg een keertje voorbij EMVelomobiel fietste.
Toch een nadeel van een ligfiets: met de lage zit heb je een slechtere kijk op de "structuur" van de weg. Zeker bij duisternis en regen is het moeilijk om onderscheid te maken tussen voetpad, fietspad, berm en goot. Met de beperkte breedte van de Belgische fietspaden en de obligate korte bochten rond bushaltes en bij kruispunten, wordt het daar redelijk lastig fietsen met een velomobiel.
Daarom was ik af en toe toch zo brutaal om me op de rijbaan van Koning Auto te begeven. Dat wordt niet altijd in dank afgenomen, getoeter en geflits was mijn deel, ook al deed ik nog zo mijn best om verlicht als een kerstboom een redelijke 40 km/h aan te houden.
Ergens in Zwartberg mochten fietsers niet verder door, en volgde ik braaf de omleiding voor fietsers. Om uiteindelijk uit te komen op een bouwwerf onder de brug van de E314.
Einde van de fietsersomleiding? |
Hier kwam zowaar een fietser uit! |
- "Waar moet ge naartoe?"
- "Naar Leuven" (we gaan nu niet moeilijk doen over Erps-Kwerps)
- "Weet ge wel dat ge hier in Zonhoven zit, en naar ginder is het naar Waterschei!"
- (Dit schiet niet op)
- "Voor Leuven moet ge de autosnelweg nemen, die loopt hierboven"
- "Dat gaat niet, ik ben met de fiets, die daar. Vanwaar komt gij dan gefietst?"
- "Awel, van die weg hier."
Oké, door het donkere bos probeerde ik op het asfalt te blijven, ik reed nog aan de achterkant van een voetbalterrein voorbij, en kwam dan zowaar in de bewoonde wereld terecht.
Google Maps mocht het weer overnemen. Dat liep niet altijd van een leien dakje, want af en toe zat ik op auto-only wegen, maar ja.
Batterij 1 was op na 52 km, en ik had er nog 52 te gaan. Omdat ik de indruk had dat de andere batterij niet zo ver ging gaan (en ik nu een goede uitvlucht had om niet meer hard op de trappers te mogen duwen, met de gescheurde trapboom!!) wipte ik rond 22u nog een kebabzaak binnen voor een pizza calzone en wat elektriciteit. Mijnheer Turk had het eerst niet begrepen toen ik vroeg of ik de batterij kon laden "No batteries!", maar toen ik de stekker toonde, begreep hij dat ik wou laden, en toonde een stopcontact. So far so good, tot mevrouw Turk me een half uurtje later streng toesprak dat ze normaal geen batterijen laden, wel een gsm of zo, maar geen "zware batterijen". Ik zei dat ik zou bijbetalen en mevrouw ontspande al een beetje. Google leerde me intussen dat het opladen van een fietsbatterij toch wel 10 cent zou kosten. Oké, dat was op een Nederlandse site, en onze Belgische elektriciteit zal wel duurder zijn, maar de batterij was op 45 minuten ook niet helemaal opgeladen, dus vond ik 1 euro wel een fair bedrag. Mevrouw Turk keek weer een beetje zuur, maar liet me toch gaan.
Het regende nog steeds, en met de sterke rukwinden waagde ik me niet op het moordstrookje dat fietspad heet, en koos voor de rijbaan, waar ik zonder problemen eens een meter opzij kon worden gewaaid. Bijkomend voordeel van dit onvoorspelbare rijgedrag is dat auto's me steeds op eerbiedwaardige afstand inhalen.
Om 23u30 draaide ik dan eindelijk onze straat in. Héhé.
Home sweet home, het was een fijne dag. |